Haptotherapie voor pubers
“wie ben ik” en wat “wat wil ik eigenlijk?”
Pubers maken een enorme ontwikkeling door, zowel op het lichamelijk als geestelijke vlak.
Hierdoor raken ze soms het vertrouwen in zichzelf kwijt, vinden ze het moeilijk om zichzelf te begrenzen en om weet te hebben van wat goed en slecht is.
Vanuit het denken zijn ze veel bezig met wat er allemaal moet of hoe ze vinden dat ze zouden moeten zijn. De vragen over de zin van het leven en “wie ben ik” en wat “wat wil ik eigenlijk?” dragen ertoe bij dat pubers op zoek zijn naar het contact met hun gevoel.
Haptotherapie is bij uitstek geschikt om een puber te helpen contact te maken met dat wat voelbaar is, het helpt je te ontdekken dat jouw lijf een bron van informatie heeft welke je veel kan vertellen over wat je wilt en niet wilt. Over wat goed voelt en wat niet. Wat je mogelijkheden zijn, maar ook wat je grenzen zijn.
Door je aan te raken en ervaringsoefeningen te doen ga je samen met de haptotherapeut op pad om te ontdekken hoe je omgaat met gevoelens en emoties, waar de spanning zit in je lijf en wat jij wezenlijk belangrijk vindt. Vanuit dit zelfinzicht en het ervaren dat je mag zijn wie je bent, ontstaat meer zelfvertrouwen en kan je met meer veerkracht het dagelijks leven tegemoet treden.
De ouders/ verzorgers
De ouders/verzorgers zijn in het algemeen vaak minder betrokken bij dit proces. Soms is het echter wenselijk dat pubers thuis verder gaan met mijn adviezen, opdrachten en oefeningen. Het kan betekenen dat er thuis een andere manier van omgaan met elkaar ontstaat en dat er meer tijd met elkaar wordt doorgebracht. In deze gevallen kan het zinvol zijn dat ouders met een bepaalde regelmaat meekomen naar de afspraken en/of dat één van de ouders/verzorgers een aantal sessies bij mij in de praktijk heeft, om bij zichzelf meer ruimte te maken of inzicht te krijgen. Met als doel dat de puber zich verder op een gezonde wijze kan ontwikkelen.
Haptotherapie bij pubers kan zinvol zijn bij vragen die te maken hebben met bijvoorbeeld:
- Gevoelens van angst, onzekerheid, hulpeloosheid, eenzaamheid of boosheid;
- Als het kind het gevoel heeft voor anderen te moeten zorgen of zich verantwoordelijk voelt voor anderen;
- Als het kind gevoelig is en het onderscheid tussen eigen voelen en dat van de ander niet (meer) kan maken;
- Bij gebrek aan zelfvertrouwen;
- Als er moeite is bij het maken van contact of zich vreemd voelt in contact;
- Bij bepaalde lichamelijke klachten, zoals bijvoorbeeld buikpijn, hoofdpijn, slaapproblemen, piekeren, en waarvoor geen verklaring is gevonden.
- Als de puber last heeft van de lichamelijk veranderingen tijdens de puberteit.
- Als er weinig wordt gepraat en er toch veel gebeurt in het denken en voelen.
- Het omgaan met een ingrijpende gebeurtenis, zoals pesten, buitengesloten worden, scheiding, overlijden of andere traumatische ervaringen.
- Het omgaan en kennen van je eigen grenzen met betrekking tot bijvoorbeeld: relaties, alcohol/drugs en ouders.